BPA

BPA

 

College van B&W der Gemeente Amersfoort

T.a.v. de burgemeester, mevrouw A. van Vliet-Kuiper,     Amersfoort, 21 juli 2005.

 

Geachte mevrouw van Vliet-Kuiper,

 

Op grond van artikel 37 van het reglement van orde van de gemeenteraad van Amersfoort, wil de BPA graag de volgende vragen aan het college van B&W stellen.

 

Inleiding:

De door de gemeenteraad op 29 juni j.l. aangenomen BPA-motie draagt het college op van communicatie naar de burgers serieus werk te gaan maken en bij toekomstige relevante maatschappelijke vraagstukken steeds VOORAF burgers nadrukkelijk te betrekken bij het maken van keuzen (en de voorwaarden voor die keuzen) om daarmee een draagvlak te creëren bij de realisatie van die keuzen.

 

In haar brief aan de raad van 5 juli j.l. brengt het college een opmerkelijke en in onze ogen ongewenste nuancering over de raadsopdracht aan. Het college stelt dat “er situaties kunnen zijn waarbij het vooraf betrekken van burgers over besluiten niet mogelijk dan wel niet gewenst is”.

 

De BPA beschouwt dit als een inbreuk op het geldende inspraak- en participatiebeleid.
Het college verzuimt voorts in de brief voorbeelden te noemen van beslissingen waarover burgers vooraf geen kans krijgen hun mening in te brengen.

De Burger Partij Amersfoort (BPA) - de naam van onze partij zegt het al - vindt  de mening van burgers / inwoners over voorgenomen beslissingen die er in hun stad toe doen altijd wenselijk, dit overeenkomstig de grondgedachte die in de door de gemeenteraad aangenomen motie is verwoord.

 

Hierover hebben wij de volgende vragen:

  1. Verdraagt de door het  college verwoorde 'nuancering' in de brief aan de raad van 5 juli 2005 met name op het punt van de onwenselijkheid van inspraak zich met het bestaande inspraak- en participatiebeleid?
  2. Zo ja, kan het college dan nader motiveren waarom ze inspraak over te nemen beslissingen onwenselijk acht?
  3. Heeft het college hier ook beslissingen op het oog die tot de bevoegdheid van de gemeenteraad behoren?
  4. Kan het college voorbeelden noemen van besluiten waarover (voor) inspraak onwenselijk is?
  5. Welke beslissingen van het college, te nemen vóór 1 april 2006, vallen onder de door het college aangebrachte nuancering?

 

Niet Links, Niet Rechts maar Eerlijk !  Geldt dat ook voor communicatie vanuit

het College richting de inwoners van deze stad ?

 

In afwachting van uw spoedige antwoorden,

 

de fractie van de BPA, Kees Kraanen, Gerard van Vliet en Hans van Wegen.

__________________________________________________________________________________

 

ANTWOORD van burgemeester en wethouders (verzonden d.d. 23 augustus 2005).

__________________________________________________________________________________

 

  1. Ja
  2. Het college kan zich voorstellen dat er situaties zijn waarin het niet gewenst is burgers van tevoren te betrekken bij te nemen besluiten; die situaties kenmerken zich door het feit dat door die vroegtijdige betrokkenheid belangen van derden (individuen of organisaties) of de gemeente onevenredig worden geschaad. Maar ook zijn situaties denkbaar waarin geen beinvloedingsmogelijkheden zijn of waarin het zogenaamde Nimby-gevoel dominant is.
  3. Nee. Omdat in de inspraakverordening wordt gekozen voor de bevoegdheidsverdeling zoals die uit de Gemeentewet voortvloeit, is de gemeenteraad bevoegd om inspraak te houden voor alle onderwerpen die zijn bevoegdheid betreffen (zoals kaderstelling en bestemmingsplannen).
  4. Het college is van mening dat het moet gaan om uitzonderingsgevallen. Zo'n geval is de locatiekeuze voor het zorgcentrum. Een soortgelijk gevoel was de locatiekeuze van een moskee.
  5. Elk traject voor participatie en /of inspraak is maatwerk. Daarom moet telkens opnieuw bekeken worden of en op welke wijze burgers vooraf worden betrokken bij te nemen besluiten. Dat zullen we ook blijven doen. Voor welke gevallen de uitzonderingsregel nog van toepassing zal zijn, is pas te zeggen op het moment dat die afweging wordt gemaakt.